Spring naar inhoud

IMG_6807

© Bijenhoudersvereniging De Langstraat

Nu de bomen hun bladeren verliezen, worden de zomernesten van de Aziatische hoornaar beter zichtbaar. Deze invasieve wespensoort, afkomstig uit Zuidoost-Azië, bouwt zijn zomernest hoog in bomen. De nesten zijn vaak zo groot als een skippybal en herkenbaar aan hun grijze kleur.

Invasieve soort vormt bedreiging voor bijen

De Aziatische hoornaar werd in Nederland voor het eerst waargenomen in 2017 en heeft zich inmiddels over het hele land verspreid. De soort vormt een bedreiging voor honingbijen. De hoornaars vangen bijen bij de ingang van kasten, waardoor bijenvolken verzwakken en soms volledig verdwijnen. Ook andere insecten, zoals vlinders, zweefvliegen, spinnen en wespen, staan op het menu.

Verschil met de Europese hoornaar

De Aziatische hoornaar is kleiner en donkerder dan zijn Europese soortgenoot. Waar de Europese hoornaar zo’n 3 tot 4 centimeter groot is, meet de Aziatische variant ongeveer 2,5 centimeter. Verder heeft hij een overwegend zwart lichaam met een opvallende gele ring aan het achterlijf, terwijl de Europese hoornaar meer geel is met een roodbruin borststuk.

Afbeelding1

Van embryonest tot zomernest

De opbouw van de nesten verloopt in fasen. In april begint de koningin met een klein embryonest ter grootte van een pingpongbal. Dat groeit uit tot een zogenoemd primair nest ter grootte van een voetbal. In juni bouwen de werksters het secundaire nest, meestal hoog in een boomkroon. In het najaar verlaten jonge koninginnen het nest om afzonderlijk te overwinteren. Een enkel nest kan wel 500 nieuwe koninginnen voortbrengen.

Actieve bestrijding in de Langstraat

De Bijenhoudersvereniging De Langstraat spoort in samenwerking met de gemeenten Heusden en Waalwijk actief nesten op. Met steun van de Rabobank kon de vereniging speciale opsporingsapparatuur aanschaffen. Een hoornaar wordt voorzien van een klein zendertje en gevolgd naar het nest. Vervolgens worden de nesten met een zuiglans verwijderd. Sinds september heeft de vereniging al meer dan 45 nesten geruimd in haar gebied.

Leidse biologiestudenten hebben aangetoond dat Zuidoost-Nederland door exotische meerkikkers wordt gekoloniseerd. Deze meerkikkers zijn afkomstig uit vier verschillende streken, waaronder de Balkan en Turkije. De geïntroduceerde meerkikkers gedijen in ons kikkerlandje, maar vormen gevaar voor onze inheemse meerkikkers en andere amfibieën, bijvoorbeeld door ziekten mee te brengen en verspreiden.

De introductie van invasieve soorten behoort tot de belangrijkste oorzaken van biodiversiteitsverlies. In Nederland is de meerkikker buiten zijn natuurlijke verspreidingsgebied uitgezet – en bezig met een opmars. In samenwerking met RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland) hebben biologiestudenten van het Instituut Biologie Leiden (IBL), Universiteit Leiden en Naturalis Biodiversity Center onderzocht waar de exotische meerkikkers oorspronkelijk vandaan komen.

Lekker kontje

Meerkikkers zijn op industriële schaal naar West-Europa geïmporteerd. Niet alleen vanuit andere delen van Europa, maar zelfs vanuit Azië en Afrika. Waarom wordt er zo met die meerkikkers gesleept? De kikkerbil-industrie wordt gezien als de belangrijkste bron van introducties. Zo wordt er jaarlijks honderden kubieke meter kikker naar Frankrijk verscheept. De handel in kikkerpoten is echter niet het enige introductiekanaal. Voorheen werden bijvoorbeeld exotische kikkervisjes bij tuincentra aangeboden om de vijver op te leuken. “Geen wonder dat meerkikkers over grote afstanden verspreid worden”, vertelt Tariq Stark van RAVON. De introductieroutes voor de meerkikker zijn inmiddels goed gedocumenteerd voor Frankrijk, Zwitserland en België, waar meerkikkers van nature niet voorkomen. 

Enorme expansie

Omdat de meerkikker wél van nature voorkomt in Nederland, valt introductie hier misschien minder op, maar het speelt wel degelijk een grote rol. “Vanuit het zuiden rukken exotische meerkikkers op. Ze hebben inmiddels een aanzienlijk deel van ons land, waar ze voorheen nooit zaten, gekoloniseerd”, aldus Richard Struijk van RAVON. De eerste waarnemingen stammen uit circa 1990 in Zuid-Limburg. Anno 2025 hebben ze zich door het heuvelland en het Maasdal verder door Nederland verspreid. De hoogste tijd dus om de situatie te inventariseren. 

In Limburg komt een mix van exotische meerkikkers voor. Ook in Noord-Brabant en Zuid- en Noord-Holland zijn enkele exotische meerkikkers aangetroffenIn Limburg komt een mix van exotische meerkikkers voor. Ook in Noord-Brabant en Zuid- en Noord-Holland zijn enkele exotische meerkikkers aangetroffen (Bron: RAVON)

Meerkikkerinvasie van Limburg in slechts enkele decenniaMeerkikkerinvasie van Limburg in slechts enkele decennia (Bron: RAVON)

Cryptische soorten en citizen science

In Nederland komen van nature drie soorten groene kikkers voor. Dat zijn, naast de meerkikker, de poelkikker en de bastaardkikker. Overigens is die bastaardkikker in een ver evolutionair verleden ontstaan uit een kruising tussen de meerkikker en de poelkikker. “Het is geen sinecure om deze drie kikkersoorten van elkaar te onderscheiden. Maar onderscheid maken tussen onze inheemse en verschillende uitheemse meerkikkerlijnen is nog véél complexer – en op het oog niet te doen”, vertelt promovendus Anagnostis Theodoropoulos, die de studentenprojecten begeleidde.

Om duidelijkheid te krijgen in de verspreiding van groene kikkers, heeft RAVON haar netwerk van vrijwilligers om hulp gevraagd. Deze mensen monitoren amfibieën binnen het NEM Meetprogramma Amfibieën, met als doel verspreiding en aantalstrends in beeld te brengen. Zodoende staan ze toch regelmatig met een kikker in de hand. Hen werd verzocht om met een swab wat huidslijm af te nemen. Huidslijm bevat namelijk DNA en dat DNA kan gebruikt worden om de identiteit van een kikker te bepalen.

Het afnemen van wangslijmvlies bij een groene kikker

Het afnemen van wangslijmvlies bij een groene kikker (Bron: Tariq Stark)

Kikkercocktail

Met behulp van de techniek 'DNA-barcoding' is heel precies de lettervolgorde van een klein, maar variabel stukje DNA afgelezen voor alle kikkers. “Door voor elke kikker het DNA-profiel vast te stellen, kon bepaald worden tot welke soort elke individuele kikker behoort en waar in het natuurlijk verspreidingsgebied deze oorspronkelijk vandaan komt”, legt hoofdonderzoeker Ben Wielstra uit. De resultaten zijn glashelder: de exotische meerkikkers komen niet uit Nederland, maar uit vier heel verschillende streken:

  • Centraal- en Oost-Europa;
  • De Balkan;
  • Noord-Turkije, of zelfs verder oostelijk;
  • Zuid-Turkije.

De bevindingen passen in het grotere plaatje van meerkikkerintroducties in West-Europa. Er is hier een mengelmoes aan meerkikkerlijnen geïntroduceerd. Sommige zijn zó verschillend, dat ze vaak als aparte soort worden beschouwd. In het natuurlijke verspreidingsgebied komen zulke sterk genetisch gemixte populaties niet voor. De meerkikkers hebben er duidelijk geen last van: de geïntroduceerde populaties zijn in staat om zich heel snel uit te breiden.

Pelophylax ridibundus kurtmuelleri. Peloponnesos, Griekenland

Pelophylax ridibundus kurtmuelleri. Peloponnesos, Griekenland (Bron: Maarten Gilbert)

Pelophylax ridibundus kurtmuelleri - Lefkas, Griekenland

Pelophylax ridibundus kurtmuelleri - Lefkas, Griekenland (Bron: Maarten Gilbert)

Vraatzucht, ziekten en hybridisatie

De meerkikker geldt als een van de meest belangrijke invasieve amfibieën. Kikkers eten alles wat in hun mond past – en de meerkikker heeft een behoorlijk grote bek. Geïntroduceerde meerkikkers concurreren niet alleen met, maar kunnen ook jagen óp inheemse amfibieën. In een deel van het Limburgse invasiefront komen bijvoorbeeld sterk bedreigde amfibieën voor, zoals de geelbuikvuurpad en de vroedmeesterpad, die overlast zouden kunnen ondervinden van exotische meerkikkers.

Geïntroduceerde meerkikkers kunnen ook amfibieënziektes zoals de schimmelziekte chytridiomycose verspreiden. Nu het meerkikkerfront ook onze inheemse groene kikkers bereikt, moet bovendien met hybridisatie rekening worden gehouden, omdat inheemse groene kikkers met uitheemse meerkikkers zullen paren.

Wetenschappers en beleidsmakers pleiten al langer om de import van levende meerkikkers aan banden te leggen. Nu de omvang van de meerkikkerinvasie in Nederland in kaart is gebracht, is het van belang om de impact te bestuderen en mitigatiestrategieën te formuleren. Hoe krijgen we exotische meerkikkers onder controle?

Tekst: Ben Wielstra en Anagnostis Theodoropoulos, Instituut Biologie Leiden, Leiden Universiteit & Naturalis Biodiversity Center; Tariq Stark en Richard Struijk, RAVON
Beeld: Maarten Gilbert, RAVON (leadfoto: P. ridibundus kurtmuelleri, Lefkas, Griekenland); RAVON; Tariq Stark, RAVON